U kunt prima uw leven leiden met antistollingsmedicatie, zoals acenocoumarol en fenprocoumon. Wel zult u soms uw levensstijl enigszins moeten aanpassen.
VoedingDe werking van acenocoumarol en fenprocoumon berust op de onderdrukking van vitamine K. De medicijnen creëren een kunstmatig tekort aan. Uw voeding kan invloed hebben op de hoeveelheid vitamine K in het lichaam. Via voedsel krijgt u namelijk de meeste vitamine K binnen.
Groene groenten zijn de grootste leverancier van vitamine K. Hoe groener de groente, zoals spinazie, broccoli en boerenkool, hoe meer vitamine K erin zit. Verder zit er ook vitamine K in kwark en kaas. Gelukkig hoeft u de vitamine K-rijke voeding niet te mijden. Groene groenten zijn gezond en uw lichaam neemt slechts 10% van de aangeboden vitamine K uit groenten op. Bij een gevarieerd en normaal voedingspatroon zijn de invloeden van de dagelijkse maaltijden op de INR-bloedwaarde zeer klein.
U moet voorzichtig zijn met stoffen die de lever belasten, zoals alcoholhoudende dranken. Alcohol wordt in de lever afgebroken. Wanneer de lever daarmee bezig is, kan deze het antistollingsmiddel minder snel afbreken. Hierdoor gaat het middel sterker werken dan de bedoeling is. Dit leidt tot schommelingen in de INR-waarde en een hogere kans op bloedingen. U kunt best één of twee glaasjes per keer drinken.
Als u een dieet wilt volgen, bespreek dit dan van tevoren met de trombosedienst. De nieuwe samenstelling van uw eetpatroon kan de vitamine K-balans verstoren. Wanneer u voedingssupplementen wilt gebruiken of er juist mee wilt stoppen, moet u dit aan de trombosedienst doorgeven. U kunt wel vitaminepreparaten gebruiken zonder vitamine K. Vertel ook aan de trombosedienst als u start met drinkvoeding of sondevoeding. In deze voeding zit vitamine K. Het kan zijn dat daardoor uw INR-waarde daalt en de dosering van uw antistollingsmedicijn moet worden aangepast.
Als u door dieet, ziekte of operatie veel gewicht verliest, heeft dit ook invloed op uw antistollingsmedicatie. U kan vaker een INR-controle nodig hebben om de hoeveelheid medicijnen aan te passen aan de nieuwe situatie.
VakantieAntistollingsmedicijnen zijn geen belemmering voor een leuke vakantie. Overleg voor u op vakantie gaat wel met uw arts en de trombosedienst. Het kan zijn dat er (extra) controles op uw vakantieadres nodig zijn.
Als u weet wanneer u op vakantie gaat, wilt u dat dan doorgeven bij de eerstvolgende controle? Dan zorgen wij voor een doseringskalender - meestal in de taal van de bestemming - waarop staat uitgelegd waarom u antistollingsmiddelen slikt. Ook vindt u hier uw laatste drie stollingswaarden. Als u zich op uw vakantiebestemming moet laten controleren, kunt u deze brief tonen.
Wij proberen u voor de gehele vakantieperiode een dosering te geven, zodat u zich niet op uw vakantie hoeft te laten controleren. Is dit niet mogelijk, dan staat op de doseringskalender vermeld dat u zich elders moet laten controleren.
In Nederland zijn veel trombosediensten. Maar in het buitenland zijn niet altijd trombosediensten aanwezig. Wel bestaat in vrijwel alle ziekenhuizen in het buitenland de mogelijkheid uw INR-waarde te laten bepalen. Onderzoek daarom vóór uw vertrek waar de ziekenhuizen zijn in de buurt van uw vakantieadres. Het laboratorium van zo’n ziekenhuis kan uw INR-waarde bepalen. Daarna kunt u deze doorgeven aan uw trombosedienst. U krijgt dan van uw eigen trombosedienst advies over het doseringsschema.
Wanneer u langer dan zes maanden antistollingsmedicijnen moet gebruiken, komt u in aanmerking voor zelfmeten. Dit betekent dat u zelf uw INR-waarde kunt bepalen. Vooral tijdens uw vakantie kan dit heel praktisch zijn. Overleg met onze trombosedienst of zelf meten voor u mogelijk is.
Gaat u naar een land met een ander klimaat of met andere eet- en drinkgewoontes? Dan kan dat gevolgen hebben voor uw stollingswaarde. Ook als u ziek wordt tijdens uw vakantie kan uw dosering ontregeld raken. Het is dan belangrijk een controle te laten doen. Darminfecties met ernstige diarree kunnen uw INR-waarde behoorlijk beïnvloeden. Wanneer de diarree langer dan twee dagen duurt, moet u sowieso uw INR-waarde laten controleren.
Voor een aantal landen zijn vaccinaties en malariapillen nodig. Wij raden u aan om altijd reisadvies in te winnen bij een tropen vaccinatiecentrum (GGD, Travel Clinic) of bij uw huisarts. Geef altijd aan dat u antistollingsmedicijnen gebruikt. Wilt u ook met de trombosedienst overleggen als u malariapillen moet gaan innemen? U krijgt dan namelijk advies over een eventuele aanpassing van de dosering.
Heeft u bijzondere activiteiten gepland tijdens uw vakantie? Overleg ook dan eerst met uw trombosedienst. Zo kan een langdurig verblijf boven de 3.000 meter de behandeling nadelig beïnvloeden. Ook raden we u af om te gaan duiken. Al op vijf meter diepte loopt u het risico op oog- en oorbloedingen. Voor meer informatie kunt u onze vakantiefolder downloaden.
ZwangerschapTrombose hoeft een zwangerschap niet in de weg te staan. Maar u moet zich wel goed laten informeren. Antistollingsmedicijnen zoals fenprocoumon en acenocoumarol kunnen namelijk schadelijk zijn als u deze tijdens de zwangerschap gebruikt. Het risico op aangeboren afwijkingen bij uw kind is het grootst in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Het is daarom beter om tijdens uw zwangerschap heparinespuitjes te gebruiken.
Houdt u rekening met het volgende:
- Is de kans aanwezig dat u bij de start van de antistollingsbehandeling zwanger bent? Meldt u dit dan direct bij uw arts én bij de trombosedienst.
- Heeft uw arts antistollingsmiddelen voor kortdurend gebruik voorgeschreven? Dan is het beter dat u in deze periode niet zwanger raakt. De trombosedienst raadt aan voor betrouwbare anticonceptie te zorgen.
Wilt u zwanger worden terwijl u antistollingsmedicijnen gebruikt? Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts en de trombosedienst. Samen met u zoeken we naar een oplossing. Wordt u zwanger terwijl u antistollingsmedicijnen gebruikt? Neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts en de trombosedienst. Het gebruik van acenocoumarol of fenprocoumon wordt dan stopgezet. Waarschijnlijk krijgt u het advies om tijdens uw zwangerschap heparinespuitjes te gebruiken. Als het gebruik van acenocoumarol of fenprocoumon toch noodzakelijk blijkt, moet u dit goed overleggen met uw arts.
Op het moment dat u antistollingsmedicijnen gebruikt, is het verstandig om niet zwanger te worden. Het is van belang om goed te overleggen met uw arts over anticonceptie en een eventuele zwangerschap.
StressOf stress invloed heeft op het effect van uw antistollingsbehandeling is moeilijk te onderzoeken. In de praktijk zien we dat de INR-waarde van mensen die acenocoumarol of fenprocoumon gebruiken vaak stijgt bij stresssituaties. Mogelijk zorgen stresshormonen voor een verstoring van de lever- en/of darmfunctie. Dit kan effect hebben op uw antistollingsbehandeling.