Longembolie

Wat is een longembolie?

oms breekt een stukje van het stolsel af of raakt een stolsel in zijn geheel los van de vaatwand. Het wordt dan meegevoerd door het bloed en loopt vast zodra het bloedvat smaller wordt. Dit stuk stolsel heet een embolie. Een embolie kan afkomstig zijn van een stolsel in een ader of een slagader. Als de embolie een bloedvat van de longen afsluit, ontstaat een longembolie. Een deel van de longen krijgt dan geen bloed en zuurstof meer. Hierdoor kan weefselschade ontstaan. Vaak wordt een klein deel van één long aangetast. Maar als het om een grotere embolie gaat, kan dit ook een hele long of beide longen in functie belemmeren.

Klachten bij longembolie

Klachten van een longembolie kunnen lichte kortademigheid en pijn bij het ademhalen zijn. Ook hoesten, eventueel met een klein beetje bloed, kan voorkomen. Bij grote stolsels in grote bloedvaten van de long kan de hele long of kunnen zelfs beide longen plotseling worden afgesloten. Dit zijn levensbedreigende situaties met ernstige benauwdheid, bewustzijnsverlies of zelfs de dood tot gevolg.

Trombose opruimen
Het lichaam lost een stolsel zelf op. Maar als er al trombose aanwezig is, kan dit juist leiden tot uitbreiding en verergering van de trombose. De antistollingsbehandeling zorgt ervoor dat de trombose niet uitbreidt. Zo kan het lichaam vervolgens de trombose afbreken en opruimen.




Behandeling longembolie

Het lichaam lost een stolsel zelf op. Maar als er al trombose aanwezig is, kan dit juist leiden tot uitbreiding en verergering van de trombose. De antistollingsbehandeling zorgt ervoor dat de trombose niet uitbreidt. Zo kan het lichaam vervolgens de trombose afbreken en opruimen.

Bij een eerste longembolie is de behandelduur meestal zes maanden. Dit hangt af van de oorzaak van de embolie. Bij een tweede of derde longembolie wordt meestal nader onderzoek gedaan naar de oorzaak van de trombose. Afhankelijk hiervan varieert de duur van de antistollingsbehandeling van zes maanden tot levenslang.
Complicaties bij longembolie

Bij een uitgebreide longembolie kan ondanks de behandeling blijvende schade ontstaan. Gevolgen zijn kortademigheid, vooral na inspanning. Als de longcapaciteit blijvend beschadigd is, kan het hart op den duur overbelast raken. Ook kan een te hoge bloeddruk in de longslagaders ontstaan. Dit heet pulmonale hypertensie. Hierbij is levenslang antistollingsmedicatie nodig.