Fibrinogeen

BF13

De bloedstolling is een ingewikkeld proces. Bloedplaatjes en verschillende stoffen (stollingsfactoren) werken hierbij samen. Het stollen van het bloed voorkomt bloedverlies bij verwondingen. Normaal stolt het bloed alleen wanneer de vaatwand beschadigd is. Soms kan er een bloedstolsel ontstaan zonder dat er een vaatwandbeschadiging is, we spreken dan van trombose. Ook kan het bloed te langzaam stollen. Verschijnselen daarbij zijn snel blauwe plekken en lang bloedende wondjes. Fibrinogeen is een zogeheten stollingsfactor, een eiwit dat belangrijk is voor een goede stolling.

Wat meten we en waarom?

Bij deze test meten we de hoeveelheid fibrinogeen in het bloed. Fibrinogeen is een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij het stollen van bloed. Uw huisarts zal dit bloedonderzoek meestal in combinatie met enkele andere testen aanvragen om daarmee vast te stellen of de bloedstolling goed werkt.

Wat wil de uitslag zeggen?

Bij een te laag fibrinogeen kunnen er geen (goede) stolsels gemaakt worden. Er is een verhoogd risico op bloedingen. Een verhoogd fibrinogeen komt meestal voor in combinatie met een andere ziekte (o.a. ontstekingen). Dit vormt geen bedreiging voor de bloedstolling.