Bicarbonaat

Het bloed heeft een bepaalde zuurgraad. Voor een goede werking van de lichaamsfuncties is het handhaven van deze zuurgraad belangrijk. Bicarbonaat speelt een belangrijke rol bij het reguleren van het zuur-base evenwicht, de vochtbalans en het behouden van een neutrale lading in het lichaam. Het geeft weer hoeveel koolstofdioxide er in het bloed gebonden zit. Ook zorgt het samen met andere zgn. elektrolyten als kalium, natrium en chloride voor een neutrale lading in het lichaam en de cellen. Daarom zal bicarbonaat nooit alleen worden aangevraagd, maar samen met andere stoffen die van belang zijn bij de zuur-base huishouding.

Bicarbonaat kan worden terug opgenomen of juist worden uitgescheiden in de nieren om een juiste hoeveelheid in het lichaam te houden.

Wat meten we en waarom?

We meten de hoeveelheid bicarbonaat in het bloed. De test is meestal niet van belang bij een algemeen onderzoek door de huisarts. Wel kan bicarbonaat van belang zijn bij klachten die kunnen wijzen op een gestoorde elektrolietenbalans, zoals uitdroging of het vasthouden van vocht, slapheid of overgeven. Ook bij nierziekten wordt het bicarbonaat vaak in de gaten gehouden.

Wat betekent de uitslag?

Een afwijkende waarde van het bicarbonaat betekent dat er iets aan de hand is met het zuur-base evenwicht of de elektrolietenbalans. Dit kan heel veel oorzaken hebben. Er moet dan verder onderzoek gedaan worden om de precieze oorzaak op te sporen. Ook sommige medicijnen (met name plasmiddelen) kunnen afwijkende waarden geven.