Annemarie van ’t Veen, arts microbioloog vertelt: “Dit komt bij ons zeker voor. Het gaat dan bijvoorbeeld om aanvragen voor Chlamydia trachomatis of Neisseria gonorrhoeae en bij diagnostiek naar parasitaire in de feces.” Omdat de klinische relevantie verschilt per situatie hanteert Saltro twee verschillende oplossingen.
“Bij de Chlamydia trachomatis of de Neisseria gonorrhoeae aanvraag voeren wij altijd beide tests uit alhoewel ze apart als enkelvoudige bepaling zijn aan te vragen. Dit laatste bieden we aan om tegemoet te komen aan de geldende richtlijnen voor SOA diagnostiek. Mocht er een positief resultaat zijn in de test die niet is aangevraagd dan bellen wij de aanvrager. Er is immers noodzaak voor behandeling. Samen besluiten we om dit resultaat wel of niet te rapporteren. Dit werkt voor beide partijen prima, aldus Van ’t Veen.
“Bij de diagnostiek naar de parasieten in de feces komt dit ook voor. Dat komt doordat we –conform de richtlijnen- zijn gestopt met het standaard rapporteren van de Blastocystis hominis en de Dientamoeba fragilis bepaling. Deze zijn onderdeel van een pakket van 5 parasitaire aandoeningen. De Blastocystis hominis en de Dientamoeba fragilis zijn vaak positief, maar de klinische betekenis staat ter discussie. Ze worden vaak als commensaal beschouwd en het rapporteren van deze resultaten leidt tot behandelen cq overbehandeling. Bij deze gevallen bellen we niet maar geven in het rapport aan dat de huisarts ons (kosteloos) mag bellen om de resultaten te bespreken.”
“Als er sprake is van onverwachte bijvangst (sterk afwijkende uitslagen van bepalingen die niet door aanvrager zijn aangevinkt) doordat of oplettende analisten dit zien, of onze laboratorium apparatuur een alarm geeft, kiezen we er standaard voor om contact op te nemen met de aanvrager”, vertelt Tjin Njo, arts Klinische Chemie bij Saltro.
“Soms blijken deze afwijkingen al bekend te zijn bij de aanvrager. In dat geval rapporteren en factureren we deze extra bevindingen niet. Wel maken we een aantekening in ons eigen systeem, zodat we bij een eventueel volgende (serie van) afwijkende uitslagen bij dezelfde patiënt weten hoe te handelen.”
“Bij waardevolle extra informatie voor de aanvrager/patiënt rapporteren wij de uitslagen van niet aangevraagde bepalingen altijd. Toch blijft in sommige gevallen een “ethisch dilemma” bestaan. Dit omdat in een enkel geval de aanvrager ook niet “blij” is met deze extra informatie. Maar dat beschouw ik als een uitzondering.”
“Het gaat ons erom dat wij de best mogelijke patiëntenzorg leveren zonder dat we hiervoor ongevraagd extra kosten van diagnostiek genereren. Meestal worden onze telefoontjes erg gewaardeerd.”