Stop indien mogelijk verantwoord antibioticum, isoleer ook de patient. Er is alleen een behandelindicatie indien er diarree is, het behandelen van asymptomatische dragers is niet zinvol.
Bij 1e relapse/recidief: herhaal behandeling. Bij een 1e recidief is er een grotere kans op een volgend recidief dan bij een 1e episode, waarbij eerder een behandeling met fidaxomicine kan worden overwogen.
Bij ernstige CDI of meerdere recidieven overleg met arts-microbioloog/infectioloog dan wel verwijzing naar het ziekenhuis voor intraveneuze therapie. Bij kinderen is een Clostridium infectie is minder waarschijnlijk, overleg met arts-microbioloog/kinderinfectioloog.
*Paromomycine is in Nederland niet geregistreerd, een artsenverklaring kan nodig zijn.
Pathogeniciteit blijft onduidelijk.
Behandeling is vaak ineffectief en in principe niet geïndiceerd.
Behandeling van een vermeende Blastocystis infectie kan worden overwogen bij langdurige klachten en bij uitsluiting van andere oorzaken.
Antibiotische behandeling van een gastro-enteritis door Campylobacter spp. is alleen geïndiceerd bij ernstige infectie of als de patiënt immuungecompromitteerd is, dan zo vroeg mogelijk (empirisch) behandelen (advies geldt ook bij kinderen).
Indien antibiotische behandeling gestart wordt, dan dient deze te worden aangepast op geleide van de feceskweken en gevoeligheid voor antibiotica.
Contraindicaties/interacties: cave mogelijke verlenging QT-tijd en verhoging digoxinespiegel.
Geen effectieve behandeling beschikbaar
Een Cryptosporidium infectie verloopt bij immuuncompetente personen vaak mild met een spontaan herstel binnen enkele weken en behoeft in principe geen antibiotische behandeling.
Bij immuuncompetente patienten kan bij persisterende diarree behandeling met nitazoxanide 2dd 500mg gedurende 3 dagen worden overwogen.
Indien immuungecompromitteerd verwijs en/of overleg met arts-microbioloog,(kinder-)infectioloog.
Immuungecompromitteerden secundaire profylaxe van co-trimoxazol 3x per week 960 mg.
*Paromomycine is in Nederland niet geregistreerd, een artsenverklaring kan nodig zijn.
Pathogeniciteit van deze darmprotozoa staat ter discussie, behandeling is in principe niet geïndiceerd.
Slechts behandelen wanneer sprake is van diarree sinds 1 week of langer veroorzaakt door mono-infectie.
Om accumulatie van clioquinol te voorkomen wordt aanbevolen het gebruik van clioquinol te beperken tot maximaal 3 kuren per jaar, en een interval van minimaal 2 maanden aan te houden tussen de kuren.
Contraindicatie voor antibiotica vanwege ineffectiviteit.
Verwijs bij vermoeden van HUS.
Differentiaal diagnose:
- ETEC (Enterotoxische Escherichia coli)
- EPEC (Enteropathogene Escherichia coli)
- EIEC (Enteroinvasieve Escherichia coli)
- EAEC (Enteroaggregatieve Escherichia coli)
*Paromomycine is in Nederland niet geregistreed, een artsenverklaring kan nodig zijn.
Behandeling alleen na overleg met kinderarts-infectioloog.
Entamoeba dispar: geen behandeling (apathogeen).
Er is ook een intraveneuze optie beschikbaar, verwijs naar 2e lijn indien hier een indicatie voor is of overleg met arts-microbioloog/infectioloog.
Monobehandeling met metronidazol is niet effectief; er moet dan ook nabehandeld worden met clioquinol of paromomycine (zie Entamoeba histolytica-dragerschap). Dit geldt vooral bij immuungecompromitteerde patiënten ter voorkoming van (recidiverende) klachten.
*Paromomycine is in Nederland niet geregistreerd, een artsenverklaring kan nodig zijn.
Symptoomloos dragerschap komt veel voor en behoeft geen behandeling. Behandeling is vooral aangewezen bij langdurige klachten.
Soms is herhalen van de kuur noodzakelijk.
In principe geen antibiotische therapie. Neem contact op met arts-microbioloog ten aanzien van beleid, ondere andere bij immuungecompromitteerden.
Antibiotische therapie ALLEEN indien aanhoudende of hoge koorts, dysenterie, of immuungecompromitteerd.
Volwassenen: antibiotische therapie.
Kinderen: verwijs naar kinder-infectioloog.
Verwijs indien intraveneuze therapie noodzakelijk.
Indien antibiotische behandeling gestart wordt, dan dient deze te worden aangepast op geleide van de feceskweken en gevoeligheid voor antibiotica.
Neem contact op met arts-microbioloog ten aanzien van beleid.
Antibiotische behandeling is alleen geïndiceerd bij ernstige infectie, of indien kunstmateriaal in situ is of als de patiënt immuungecompromitteerd is (in de laatste twee gevallen 14 dagen behandelen). Behandelen in principe op geleide van de gevoeligheid.
Langdurig fecesdragerschap is mogelijk.
Antibiotica prolongeren mogelijk fecesdragerschap, doen de relapsfrequentie toenemen en vergroten de kans op resistentie.
Cotrimoxazol en ciprofloxacine: halveer dosis bij eGFR < 30 ml/min.
Cotrimoxazol: niet combineren met methotrexaat (toxiciteit) of cumarinederivaat (ernstige verstoring antistollingsniveau)
Meldingsplichtige ziekte groep B2.
Antibiotische behandeling van een gastro-enteritis door Shigella spp. is alleen geïndiceerd bij ernstige infectie of als de patiënt immuungecompromitteerd is.
Cotrimoxazol en ciprofloxacine: halveer dosis bij eGFR < 30 ml/min.
Cotrimoxazol: niet combineren met methotrexaat (toxiciteit) of cumarinederivaat (ernstige verstoring antistollingsniveau).
Azitromycine: cave mogelijke verlenging QT-tijd en verhoging digoxinespiegel
Meldingsplichtige ziekte groep B2.
Antibiotische behandeling is alleen geïndiceerd bij systemische verschijnselen (of complicaties zoals gewrichtsklachten of erythema nodosum) of als de patiënt immuungecompromitteerd is. Bij gecompliceerde infecties en immuungecompromitteerden bij gebleken gevoeligheid behandeling met ciprofloxacine gedurende minimaal 14 dagen.
Cotrimoxazol en ciprofloxacine: halveer dosis bij eGFR < 30 ml/min
Cotrimoxazol: niet combineren met methotrexaat (toxiciteit) of cumarinederivaat (ernstige verstoring antistollingsniveau)
Meldingsplichtige ziekte groep B2.
Indien na zes weken nog uitscheiding van Salmonella te vinden is bij volwassenen is volgens de LCI richtlijnen dragerschapsbehandeling geïndiceerd. Ook moet een echografie van de galblaas worden gedaan om eventuele galstenen op te sporen.
Drie weken na therapie controle door middel van een feceskweek.